Donderdag 19 juli. Langar – Murghab


In Langar kopen we vlak voor we het verlaten nog een voorraadje brood. Daarna kronkelt de weg langs de bergwand omhoog. We passeren twee kinderen, die een kudde geiten hoeden. Een eind verderop staan twee herders langs de kant van de weg, met een ezeltje. Auto’s komen we niet tegen en dat blijft zo tot een uur of drie in de middag! Ook bebouwing is er nauwelijks. Een enkele keer passeren we resten van iets wat als caravanserai dienst moet hebben gedaan en ook komen we vandaag de eerste yurts tegen, een enkele maar.
De reis gaat via de Kargush-pas, op een hoogte van 4344 meter, richting Murghab. We passeren een hele batterijen bergtoppen van tussen de 5000 en 6000 meter hoog. Een pittige rit, maar gelukkig adembenemend mooi en met veel vogels, waaronder een Lammergier die laag langs komt zeilen en twee cirkelende Steenarenden op grote hoogte langs de berghelling schuivend. Sneeuwvink, Strandleeuwerik, Woestijnvinken en Fraters. Verder zijn er her en der wat leuke plantjes en laten af en toe marmotten zich zien en horen. Bergen, sneeuwtoppen, zoutvlakten, het laat zich allemaal beter bekijken dan beschrijven. Maar ‘adembenemend’ is hier jammergenoeg ook wel letterlijk: uitstappen is een zware klus geworden. Pap in de benen, duizelingen, kortademigheid… En ga niet door de knieën voor een plantje, want je komt bijna niet meer omhoog. Jan vindt maar liefst drie hoorns van Marco-Poloschapen, die hij mee wil nemen. Hoe? Nou ja, dat zoekt hij zelf wel uit.
Zo af en toe hang ik half uit het raampje om maar die ene goede foto te maken. Een hotsebotsend busje staat garant voor relatief veel mislukte foto’s, wat over het algemeen gecompenseerd wordt door de grote hoeveelheid opnamen die de camera te verwerken krijgt. Alleen met vogels wil het niet lukken: die moeten dichtbij zijn voor een goede foto en dan zijn bewegingsonscherpte en een lang, stuiterend objectief twee zaken die een foto verknallen.
We bezoeken een desolaat gehucht aan een meer, Bulunkul. Lage huisjes met platte daken. Dikke, witgepleisterde muren en kleine raampjes verraden het barre klimaat in deze streken. Hoe is het mogelijk dat hier mensen kunnen leven? Zelfs hartje zomer is het er nog koud! Toch spelen er op straat kinderen met een hoepel. Er is een volleybalnet gespannen, dus dat doen ze hier ook… Er hangen wat mensen rond die kennelijk niets te doen hebben. Een groepje jongens staat baldadig te sjorren aan een trike uit de jaren zestig – tenminste, zo ziet ie eruit. De grote bak achterop laat zien dat hij de pakezel moet vervangen die voorheen het vervoer van zware lasten in deze regio mocht verzorgen. De jongens krijgen hun zin: het voorwiel komt in de lucht te hangen. De eigenaar is een jongen die een paar jaar ouder is, hij komt scheldend uit een huis gerend. Het groepje zorgt ervoor uit zijn handen te blijven.
Een vrouw komt aanlopen met een stapel mestkoeken op haar hand. Op een plat dak ligt de huid van een jak te drogen en een eindje verder ligt zelfs een bootje op zo’n dak. Als een enorm dambord strekt zich een partij leem uit. In de felle zon en met deze droge wind zal dat wel snel hard worden. De plantsoenendienst heeft hier weinig werk, bomen zijn erg spaarzaam.
Het meer trekt vogels aan. Leuke soorten die ik hier zie zijn Steltkluut, Kokmeeuw, Slobeend en Visdief. De rit naar de geiser, die in deze omgeving te vinden is, is helaas niet te maken. De weg is weg en aangezien de weg ook al weg lijkt als ie niet weg is… besparen we ons de moeite.
Nu naar Murghab. Inmiddels is Jannette serieus hoogteziek. De rit duurt lang – te lang zelfs. En dan komen we bij een controlepost waar ze al onze gegevens gaan overnemen. Vervolgens moeten beslist ook eerst nog een nieuwe voorraad benzine inslaan.
Murghab is de stad bij de grens met China. Er is onlangs een route geopend voor Chinese trucks die in Centraal Azië hun lading moeten afleveren. Tadjikistan fungeert als doorvoerland. We komen inderdaad heel veel van die bakbeesten tegen. Dat moet wat zijn, met zo’n vrachtwagen over deze wegen rijden. In de zomer is dat al een pittige rit, laat staan wanneer er sneeuw ligt. Waarschijnlijk zal er in de winter al helemaal geen verkeer mogelijk zijn, ik kan het me in elk geval niet voorstellen! Een terminal van grote omvang zorgt ervoor dat de truckers hun autootjes kwijt kunnen. Hieromheen is een heel dorpje ontstaan, een eindje buiten het eigenlijke Murghab. Een woud aan elektriciteitspalen is tussen de huizen verrezen. De enige indruk die ik van Murghab meeneem is: lelijk!
Goed onderdak is hier niet snel gevonden, maar aan alles komt een einde, zelfs hieraan. We komen bij een bunker van een bouwwerk, ’t ziet er niet uit. Als we naar binnen gaan, blijkt het echter een fraaie woning te zijn, met mooie wandkleden. Het toiletgebouw stinkt afschuwelijk naar ammoniak. Dit vieze stinkkot heeft twee hurktoiletten naast elkaar, gezellig! Eten doen we in een yurt, die op het erf staat. Daarna gaan de oogjes al snel toe.

Yurt met schotelantenne, omgeving Murghab.

Over remmelzwaal

Wereldreiziger, vogelaar, reis- en natuurfotografie
Dit bericht werd geplaatst in Tadjikistan & Afghanistan 2012. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie